PROOF ( recht van de stempel)
Bij ieder exemplaar word de stempel schoongepoetst en van de pers gehaald en in doosje gestopt.
Natuurlijk wel met een prachtige schone handschoen. ( Fluweel ? )

FDC (fleur de coin)
Ongebruikt zonder krasjes of andere slijtage, een munt van een serie geslagen die niet inde emmer 
gevallen zijn, maar in tegenstelling tot een Proof exemplaar is niet bij iedere slag de stempel gereinigd.

UNC (Uncirculated)
Niet in omloop geweest, FDC met een enkel klein krasje.

AU (about uncirculated)
Een kwaliteitsaanduiding die in Nederland niet erg gangbaar is,
maar die je wel veel tegenkomt op met name Amerikaanse veilingen.
De kwaliteit zit dan tussen UNC en P in.

P (prachtig)
Kort in omloop geweest, met nauwelijks slijtage.

ZF (zeer fraai)
Langer in omloop geweest, alle details zijn er nog, maar het
haar is bijvoorbeeld wat afgesleten.

F (Fraai)
Zeer lang in omloop geweest, met meerdere en grotere slijtplekken
fijne details zijn niet meer zichtbaar.

Om nog een betere exacte aanduiding te krijgen word ook wel afgebeeld bijvoorbeeld. ZF+ dit ligt dan 
tussen Zeer Fraai en Prachtig in, maar toch nog het meeste naar de ZF kant toe. Dus het is een tussenliggende
waarde voor een nog betere aanduiding. Zelf heb ik het idee dat het begrip ZF en de rest van de aanduidingen
door veel mensen erg ruim gebruikt word, wat de ene ZF vind, vind de andere Prachtig, jammer dat dat zo is !

De Generaliteitsgulden 1694-1795

Overzicht van de landsperiode vanaf 1680:

In 1694 besluit de Staten-Generaal bij plakkaat van 17 maart tot de invoering van de nieuwe gulden als generaliteitsmunt. Op 25 mei 1694 wordt de uniforme beeltenis gepubliceerd: op de keerzijde het wapen der Staten in plaats van het provinciewapen. In dezelfde publicatie wordt het zilvergehalte wettelijk vastgelegd. Als gevolg hiervan werden er in jaren van een stijgende zilverprijs geen zwakkere of zilverarme guldens geslagen. Wel werden er minder of geen nieuwe guldens aangemaakt. Vanaf 1760 zijn alle Nederlandse guldens op last van de Staten Generaal (besluit november 1760) voorzien van een kabelrand. Deze maatregel werd genomen om het snoeien tegen te gaan. Een gesnoeide rand werd hiermee direct herkenbaar. De laatste generaliteitsgulden werd in 1800 geslagen. Op dat moment zijn er reeds meer dan 75 miljoen guldens geslagen (zie kader hieronder). Ruim de helft hiervan is geslagen in Gelderland en Overijssel.

De introductie van de nieuwe gulden, met de daarbij genomen maatregelen betekenden een belangrijke bijdrage aan de eenheid van muntwezen.

Aantallen Generaliteitsgulden:

De muntslag te Zevenbergen ( west Brabant)

De muntslag te Zevenbergen is rond 1435 geweest, dit kwam door dat  de munt van Dordrecht tijdelijk moest uitwijken naar het kleine Brabantse dorp Zevenbergen. Exacte data en het verhaal hierover, kunt u hier vinden.

Met dank aan het Nederlands Munt Museum en Dhr Wim Meulblok en  Drs. A Scheffers en Dhr Ing. W. DeVries

HOME